Criteria aanpassingsstage

Ik heb een medewerker die opgeleid is in het buitenland en ik wil deze graag inzetten in Nederland. Wat moet ik doen?

U kunt deze medewerker de opleiding tot transportbegeleider bij een opleidingsinstituut in Nederland laten volgen. Deze medewerker dient zowel het theorie- als het praktijkexamen met goed gevolg af te leggen. Hierna kan een aanstellingspas voor transportbegeleider worden aangevraagd. Ook heeft u de optie om een aanpassingsstage te doorlopen op basis van de regelgeving.

U kunt dit terugvinden in de Regeling Verkeersregelaars: https://wetten.overheid.nl/BWBR0025299/
Aanvullende regelgeving is te vinden via: https://wetten.overheid.nl/BWBR0023066/

Wat moet ik doen om te kunnen starten met een aanpassingsstage?

Voor aanvang dient de aanpassingsstage Transportbegeleider bij SVNL aangemeld te worden onder vermelding van:

  • Persoonsgegevens stagiair (naam, voorletters, geboortedatum)
  • Vakken waarop de aanpassingsstage betrekking heeft  
  • Een kopie van de bekwaamheidsattesten of de opleidingsbewijzen, gewaarmerkt door het bevoegde gezag in de betrokken staat van oorsprong of herkomst, op grond waarvan de aanvrager in die staat recht heeft op toegang tot en uitoefening van hetzelfde beroep als dat waarvoor de aanvrager erkenning van beroepskwalificaties wenst
  • De duur van de aanpassingsstage (minimaal 9 maanden, maximaal 1 jaar)
  • In voorkomend geval de aanvullende opleiding die deel uitmaakt van de aanpassingsstage  
  • Stagebegeleider (een gekwalificeerde beoefenaar van het betrokken beroep, aangewezen door de leiding van de organisatie waarbinnen deze begeleider werkzaam is)

U kunt hiervoor een mail sturen naar helpdesk@aanstellingspas.nl.
Indien er een goedkeuring volgt, kan gestart worden met de aanpassingsstage.

Mijn verzoek voor een aanpassingsstage is goedgekeurd. Waar moet ik aan voldoen?

Er dient een stage rapportage met de volgende inhoud te worden opgesteld:

  • Persoonsgegevens van de stagiair
  • Gegevens van de stagebegeleider en bewijs van zijn deskundigheid in de vorm van een aanstelling als transportbegeleider
  • Periode van de stage  (minimaal 9 maanden, maximaal 1 jaar)
  • De inhoud van de begeleiding met criteria en doelstelling(en)
  • Het stageverslag per periode op basis van de vakken waarop de aanpassingsstage betrekking heeft
  • Resultaten van de stage uitgewerkt in een eindoordeel op basis van de gestelde criteria**
  • Maandelijks dient een tussentijds evaluatie te worden gehouden en deze dient inclusief de voortgang ter beoordeling aan SVNL te worden aangeboden.

Het gehele verslag inclusief resultaat dient zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen een maand na het doorlopen van de aanpassingsstage medegedeeld te worden aan SVNL.

De aanmelding, de tussentijdse verslagen en het eindresultaat kunnen gemaild worden naar helpdesk@aanstellingspas.nl.

**Gestelde criteria:

De praktijktoets voor de kandidaat-transportbegeleider voldoet aan de volgende eisen:

1. In de route van de begeleiding tijdens de praktijktoets moeten de verschillende verkeerssituaties meerdere malen voorkomen.

2. Het te begeleiden transport tijdens de praktijktoets moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • Het te begeleiden voertuig valt onder rijbewijscategorie C
  • Het te begeleiden voertuig zelf heeft een minimale breedte van 2,5 meter
  • Het te begeleiden voertuig vervoert een lading met een minimale breedte van 4,01 meter, waardoor het zicht in de spiegels wordt belemmerd
  • De afmetingen van het te begeleiden transport vereist een ontheffing waarbij transportbegeleiding wordt voorgeschreven

3. De kandidaat-transportbegeleider:

  • Demonstreert hoe een transport samen met de chauffeur van het transport wordt voorbereid. Hierbij wordt in ieder geval gelet op de controle van de ontheffing, het bespreken van de route en de uitleg van verschillende procedures aan de chauffeur
  • Demonstreert hoe te rijden achter en voor een transport
  • Demonstreert dat hij de verkeersregels kent en laat een veilig en daadkrachtig weggedrag zien
  • Toont aan verkeersborden en bewegwijzering te kunnen interpreteren
  • Toont aan inzicht te hebben in de verkeersrisico’s welke samenhangen met het gedrag van andere verkeersdeelnemers en in de verkeersrisico’s die het transport met zich meebrengt
  • Demonstreert hoe hij in verschillende verkeerssituaties de veiligheid van het overige verkeer kan waarborgen, hierbij wordt met name gelet de begeleiding op autosnelwegen en wegen met gescheiden rijbanen en de begeleiding op het onderliggende en het bovenliggende wegennet
  • Demonstreert minstens drie keer hoe hij de overige weggebruikers op een veilige manier stop kan zetten
  • Demonstreert hoe hij een pech situatie beveiligt met inachtneming van de procedures van Incident Management
  • Toont aan in staat te zijn om het oponthoud voor het overige verkeer zo veel mogelijk te beperken en de doorstroming zo veel mogelijk te bevorderen

In het theoriedeel kunnen de volgende onderwerpen behandeld worden:

  • De documenten van het RDW
  • Voorbereiding en begeleiding van een rit
  • Controle maatvoering exceptioneel transport
  • Hoe te handelen bij 1 of meer begeleiders
  • Positie volgvoertuig
  • Wanneer wel of geen voertuig voor
  • Verkeersinzicht
  • Kennis van de mens en zijn beperkingen op het gebied van zicht
  • Kennis van weginrichting en verkeersregels en verkeerstekens
  • Kennis Wetgeving betreffende transportbeveiliging
  • Kennis Nederlandse wet en regelgeving ivm grensoverschrijdend transport
  • Ontheffingen
  • Incident Management

De theorie is vrij invulbaar, maar gericht op de praktijkeisen zoals hierboven aangegeven.